Behoud Nederlands onderwijs in het buitenland

Vlak voor het zomerreces heeft een groot deel van de kamer opnieuw steun betuigd aan het behoud van een basis voor het Nederlands onderwijs in het buitenland. Hoewel de gevolgen ook bij het behoud van een klein gedeelte van de subsidie groot zijn, is het positief dat de kamer toch een basisondersteuning van het Nederlands onderwijs in het buitenland overeind wenst te houden.

Op donderdag 4 juli werd de motie van Tweede Kamerleden Lucas (VVD) en Mohandis (PvdA) aangenomen. De motie van de heer Rog (CDA) is verworpen. De aangenomen motie bevestigt de eerdere toezegging van de staatssecretaris om in gesprek te gaan met NOB.

Een aantal weken geleden leek het er nog op dat de subsidie en steun vanuit de Nederlandse overheid aan het Nederlands onderwijs in het buitenland per 1 januari 2014 volledig zou vervallen. De subsidie aan de leerlingen, de ondersteuning van NOB en het inspectietoezicht zou abrupt worden stopgezet. Dankzij alle wereldwijde initiatieven en acties is er duidelijk iets bereikt. Hoewel de 8,2 miljoen euro alsnog geschrapt wordt, wil de regering onder druk van de Tweede Kamer kijken of er een basis overeind gehouden kan worden uit andere budgetten.

NOB hoopt zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de exacte invulling van het behoud van de infrastructuur. De verwachting is dat NOB scholen in beperkte mate kan blijven ondersteunen met dienstverlening, maar aan de scholen geen subsidie meer kan verstrekken. Dit heeft voor de scholen grote gevolgen. Wij zullen dit blijven benadrukken in onze overleggen met het Ministerie. Op welke manier het toezicht van de onderwijsinspectie zal worden ingevuld is op dit moment nog niet bekend.